1.Verkennen: Waarover gaat de les? Lees de titel en de tussentitels. Bekijk ook de prenten en de illustraties. Waarom gebruiken ze hier deze illustraties? Vraag je af wat je al weet over de les. 2. Lezen en begrijpen: Lees de tekst aandachtig door. Woorden die je niet begrijpt, zoek je op of vraag je de volgende dag aan je leerkracht.
3. Inprenten: Dit kan je doen via een mindmap, schema of samenvatting (zie extra uitleg !) Lees de tekst opnieuw. Zoek sleutelwoorden. Zoek de hoofdgedachte van alinea's. Vat regelmatig samen wat je gelezen hebt. Noteer de sleutelwoorden in een schema (zie ook de groene kaders in ons werkboek, achter elke les). Stel zelf vragen bij de tekst en los ze op. Stel je voor dat jij de leerkracht bent en maak zelf een toets. Er mogen gerust moeilijke vragen bij zijn.
4. Herhalen: Doorloop de eerste drie stappen de avond dat je de les in de klas gekregen hebt. Herhaal de les minstens nog één, maar liefst twee keer, enkele dagen voor een toets.
5. Controleren: Probeer de les aan de hand van je schema in eigen woorden na te vertellen. Los de vragen nog eens op die je zelf opgesteld hebt.
Extra Leertips !
Leren gaat in stapjes :uitleg Begrippenlijst : uitleg Vragen klaarzetten : uitleg Hoe leer ik een lange tekst ? uitleg Het lukt me ! uitleg